VOEDERSCHEMA

Mijn voederschema voor de grote fond bestaat vooral uit 'zoveel ze willen'

Kort samengevat is mijn voederschema gebaseerd op dat van Frans Bungeneers.

Zie www.fransbungeneers.be voor meer interessante opvattingen o.a. in verband met paratyphus.

A: ruimenmengeling van 2 firma's

B: energierijke mengeling

C: mengeling met kleine cribs maïs maar zonder peulvruchten

D: zuivering of gerst (in de winter)

IN DE WINTER

is de verhouding in de mengeling (4A + 1C + 1D zuivering + 1D gerst) 1x daags, rond de middag, tot de gerst blijft liggen

idem als in de winter, maar 2x daags tot de gerst blijft liggen

wordt de mengeling (5A + 2C + 1D zuivering) tot de gerst blijft liggen

gaat er in de verhouding nog een extra deel gele cribs maïs bij

gaat er in de verhouding nog een extra deel B (vetrijk) bij

Opvoederen gebeurt via extra maïs + vetrijk + kleinzaad individueel in de nestbak.
Aantal dagen opvoederen = aantal nachten mand + 1.
Eerste dag lepelpuntje en steeds meer tot laatste dag een volle soeplepel van elk.
Nestduiven worden 3 x daags gevoederd - weduwnaars ‘s morgens en ‘s avonds.
De gerst in de mengeling is de regulator.
Uitgezonderd in de winter ligt er constant wat gerst in de gemeenschappelijke voederbak.